¡Hola! ¿Qué tal?
Vandaag heb ik voor jullie een derde les Spaans.
Als je les 1 en 2 hebt gedaan, kan je als het
goed is jezelf voorstellen en praten over je hobby's.
Nu leren we om iets te vertellen over je stad.
We gaan nu even in de video de tekst lezen en beluisteren. Bekijk de video 3 of 4 keer en let hierbij nadrukkelijk op de uitspraak van de woorden.
Indien benodigd, vind je hieronder de vertaling van de tekst:
"Tegenwoordig woon ik in Zwolle, een stad in Nederland. Zwolle is een mooie en oude stad. Bevindt zich in de provincie van Overijssel. In Zwolle is er een beroemd restaurant. Het heet de Librije. Ik vind het leuk om in Zwolle te wonen. En jij? Waar woon je? Hoe is je stad? Waar bevindt zich jouw stad? Wat is er in je stad?"
Nu gaan we het zelf proberen. Kijk goed naar de volgende dia's:
In het Spaans hebben we 2 verschillende werkwoorden voor het werkwoord 'zijn': Ser en Estar. Daarnaast wordt de vorm 'hay' gebruikt wat 'er is' of 'er zijn' betekent.
SER
We gebruiken het werkwoord 'ser' om iets te beschrijven als vaste eigenschap. Ook gebruik je 'ser' om definities van zaken of personen te geven:
Soy española.
Este libro es muy interesante.
El museo es famoso.
Mi padres son simpáticos.
Amsterdam es la capital de Holanda.
ESTAR
We gebruiken het werkwoord 'estar' om iets te beschrijven als een toestand of een plaatsaanduiding. In onderstaande gevallen wordt 'estar' gebruikt om aan te duiden waar iemand of iets zich bevindt.
Estoy en el norte del país
Zwolle está en Holanda
Nosotros estamos lejos del centro
HAY
Je gebruikt 'hay' als je voor het eerste keer naar iets verwijs wat niet specifiek benoemd wordt (zoals 'er' in het Nederlands). Je mag het combineren met onbepaalde lidwoorden (un/una/unos/unas), met hoeveelheidsaanduidingen (muchos/muchas/pocos/pocas) of zonder lidwoord:
En Holanda hay unas dunas fantásticas
En Utrecht hay muchos canales
En mi ciudad no hay parques
Oefening 1:
Hieronder kunnen jullie meer woorden leren. Zoek het tegenovergestelde van elke woord.
Oefening 2:
Hier moeten jullie het ontbrekende woord ontdekken. Probeer het maar!
Oefening 3:
EXTRA GRAMMATICA:
Het werkwoord 'estar' is een onregelmatig werkwoord.
Kijk naar de vervoegingen hieronder.
Naast 'estar' te gebruiken om te beschrijven waar iemand of iets zich bevindt, wordt estar ook gebruikt om te vragen hoe het met iemand gaat:
¿Cómo estás? Estoy muy bien
¿Cómo está tu familia? Está genial
Ook als we veranderlijk eigenschappen beschrijven (zoals gevoelens) of toestanden, gebruiken we het werkwoord 'estar':
Estamos muy cansados
- We zijn moe -
La casa está muy sucia
- Het huis is vies -
Estoy divorciada
- Ik ben gescheiden-
Goed gedaan! ¡Muy bien! Je bent klaar met Les 3! Nu kan je een opmerking laten met je antwoord en ik zal je feedback geven. Daarna kan je naar Les 4!
Saludos,
Violeta van SpaansLeren.
Comments